Jaargang 22, 2018 - nummer 4 incl. Funderingsspecial

Home > PDF - Archief > Jaargang 22, 2018 - nummer 4 incl. Funderingsspecial
Terug naar overzicht

Jaargang 22, 2018 - nummer 4 incl. Funderingsspecial


Artikelen

Admiraal, B.J. (2018): Pneumatisch afzinken 2.0., oftewel ‘Hoe diep kan men (geotechnisch) zinken’. Geotechniek 2018, nr.4, p.38.

De Neue Kattwykbrücke in Hamburg wordt op dit moment gerealiseerd in opdracht van de Hamburg Port Authority (HPA). Voor de realisatie van de rivierpijlers is een bijzondere bouwwijze gekozen. Daarbij is onder meer de techniek van pneumatisch afzinken toegepast. Pneumatisch afzinken betekent werken onder overdruk met alle veiligheidsmaatregelen die daarbij horen. Maar ook dat de werktijden ernstig beperkt worden bij afzinken tot een waterdiepte van 32m. Volker Staal en Funderingen (VSF), onderaannemer voor het afzinken van de rivierpijlers van de Neue Kattwykbrücke, heeft daarom het afzinkproces innovatief gemechaniseerd. De grond onder de caissons wordt zo afstand gestuurd ontgraven en afgevoerd met minimale inzet van mensen in de werkkamer. Dit artikel gaat in op het uitvoeringsconcept van de rivierpijlers, de ontwikkeling van afstand gestuurd afzinken en de verwachte en onverwachte uitdagingen die tijdens de uitvoering opgelost moesten worden.


Berg, J. van den, Sluijsmans, R., Dijkstra, J. (2018): De bouw van een sluiscomplex: geotechnische uitdagingen en oplossingen bij het werken met een werkeiland. Geotechniek 2018, nr.4, p.20.

In het Drontermeer wordt een schut- en spuisluis gebouwd met behulp van een werkeiland dat is opgebouwd uit aangebracht zand. Het werkeiland is, na het aanbrengen ervan, verdicht met een dynamische compactie methode om een verwekingsvloeiing te voorkomen en een fundering op staal oplossing mogelijk te maken. Funderingselementen kunnen veilig en snel aangebracht worden vanaf een stabiel werkeiland.


Bezuijen, A., Eekelen, S. van, Nods, M. (2018): 11th ICG Conferentie: geokunststoffen in Seoul, Zuid-Korea. Geotechniek 2018, nr. 4, p.64.

De 11e Internationale Geokunststoffen Conferentie in Seoul had 1200 deelnemers, 600 presentaties, honderden posters en een beurs met meer dan 100 bedrijven. Zo’n groot congres is onmogelijk samen te vatten in één Geokunst artikel en als je aan deelnemers vraagt wat zij vermeldenswaardig vinden, zal dat verschillende antwoorden opleveren. Hieronder de subjectieve keuze van de auteurs wat zij interessant vonden. Het is dus niet echt een verslag, maar wel een aanmoediging om de proceedings eens door te bladeren. Helaas niet als open source beschikbaar, maar u weet vast iemand te vinden die ze heeft. Een aantal papers wordt gepubliceerd in speciale uitgaven van de tijdschriften Geotextiles and Geomembranes, Geosynthetics International en Soil & Foundation.


Breedeveld, J., Post, M., Bruijn, H. de, Lengkeek, A., Naves, T. (2018): Beschrijving en conclusie Eemdijkproef. Geotechniek 2018, nr. 4, p.56.

In Nederland werken Rijk en waterschappen intensief samen om via o.a. dijkversterkingen het land te beschermen tegen overstromingen. Binnen het huidige dijkversterkingsprogramma betreft het aantal kilometers te versterken dijk vanwege onvoldoende dijkstabiliteit 287 km, waarvan aan 69.5 km een hoge urgentie is toegekend en opgenomen in de programmering 2015-2020. Om deze versterkingen kwalitatief beter, sneller uitvoerbaar en goedkoper te maken is in 2015 de POV|Macrostabiliteit (POVM) opgezet. Binnen dit onderzoeksprogramma hebben waterschappen, bedrijfsleven en kennisinstituten gezamenlijk naar innovaties gezocht om de macrostabiliteit bij dijken op slappe grond effectiever te kunnen aanpakken. Een al veelvuldig toegepaste versterkings-maatregel voor een onder hoogwater condities instabiele dijk, die naar verwachting ook in de toekomst relevant blijft, is een stabiliteit-verhogende wand in de vorm van een stalen damwand. Deze maatregel spaart bebouwing of andere waarden, maar is wel een relatief dure vorm van dijkversterking. Bij dit type versterkingsconstructie kunnen in principe grotere vervormingen worden toegelaten, zonder dat dit direct leidt tot functieverlies.


Deen, J. van (2018): Publiceren kun je leren. Geotechniek 2018, nr.4, p.30.


Delft, M. van, Ostendorf, C. (2018): De trillingsmeetmarkt is in beweging. Geotechniek 2018, nr. 4, p.46.

Jarenlang waren er in Nederland twee producenten van trillingsmeters voor het meten van trillingen in relatie tot schade aan een bouwwerk. In de afgelopen twee jaar is dat aantal verdubbeld. Daarnaast hebben ook buitenlandse fabrikanten de Nederlandse markt ontdekt waardoor de keuze in trillingsmeters sterk is toegenomen.

In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de geschiedenis van de trillingsrichtlijnen en de bijbehorende meetapparatuur, worden de resultaten van een vergelijkend onderzoek tussen verschillende type trillingsmeters gepresenteerd en worden de verwachtingen voor de komende jaren op een rij gezet.


Gardien, W., Bouwma, P., Zandbergen, D., Bommel, W. van (2018): Monitoring voorkomt stroomstoring in Rotterdamse haven. Geotechniek 2018, nr. 4, p.8.

Voorkomen is beter dan genezen. Door het vastleggen en respecteren van leidingenstroken in de haven probeert Havebedrijf Rotterdam N.V. (HbR) zo veel mogelijk conflictsituaties tussen de belangen van leidingeigenaren en de bouwers van afmeerconstructies te vermijden. Toch lukt dat niet altijd, bijvoorbeeld in het geval waarbij een kabelbed van 4 zinkers met elk 4 watergekoelde elektriciteitskabels dicht langs bestaande palen van een ligplaats werd aangelegd. Toen het vervangen van de afmeerpalen noodzakelijk werd ontstond een probleem.

Het intrillen van grote afmeerpalen in de buurt van water gekoelde elektriciteitskabels, die zorgen voor de stroomvoorziening van de Rotterdamse haven, lijkt een groot risico. Maar is het ook werkelijk een groot risico geweest tijdens de uitvoering? In dit artikel wordt een kleine terugblik gegeven op het project waarin gecontroleerd te werk is gegaan om dit risico te beheersen en er tevens voor te zorgen dat in de buurt van deze belangrijke leidingen toch afmeerpalen konden worden vervangen om de bestaande ligplaatsen voor binnenvaartschepen in stand te houden.


Jong, D. de, Kwaak, F. van der (2018): Monitoring bij funderingsproblematiek. Geotechniek 2018, nr. 3, p.54.

De funderingen van vele woningen worden bedreigd door schade. Oorzaken daarvan zijn velerlei: paalrot, palenpest, negatieve kleef, droogstand, bodemdaling, enz. Uit funderingsonderzoek blijkt vaak dat een fundering niet goed meer is, maar ook nog niet slecht en dat monitoring aan de orde is. Code Oranje is een experiment project van het KCAF in samenwerking met diverse partijen, om te biezen of deze monitoring ook via digitale hulpmiddelen plaats kan vinden. Zodat de kwaliteit van een fundering continu gevolgd kan worden.


Kwast, E., Pollemans, E., Rodewijk, E. (2018): Toepassing van lichte ophoogmaterialen voor de reconstructie van het voorhuis te Kamerik. Geotechniek 2018, nr. 4, p.68.

De gemeente Woerden heeft de afgelopen jaren de aanpak van aanleg en beheer van infrastructuur op slappe bodem gewijzigd. Het veelvuldig terugkerende onderhoud van wegen, openbare ruimte, riolering en kabels & leidingen is aanleiding geweest voor de nieuwe aanpak. Zowel bij nieuwbouw als bij reconstructie wordt in de voorfase een variantenstudie uitgevoerd inclusief bepaling van de levenscycluskosten, teneinde een onderbouwde keuze te maken voor het type ophoging. Voor de reconstructie van de straat Voorhuis te Kamerik leidde dit tot de keuze van een combinatie van Bims en EPS voor de wegconstructie.


Lubking, P. (2018): Cohesie in zand (deel 2). Cohesie- en druksterktewaarden van vochtig en gedroogd zand. Geotechniek 2018, nr. 4, p.14.

Steile taluds in vochtig zand en ook de tegenwoordig vaak indrukwekkend hoge zandsculpturen kunnen worden gerealiseerd door de werking van capillaire cohesie. Resultaten van vrije-prismaproeven geven aan dat de cilinder-druksterkte van vochtig zand maximaal circa 30 kPa bedraagt en sterk afhankelijk is van de fijnheid van het zand. De druksterkte kan echter gemakkelijk enige factoren tot zelfs enkele orden hoger liggen nadat het oorspronkelijk vochtige zand aan de lucht of in de oven is gedroogd. Dat is het gevolg van in het zand aanwezige "verontreinigingen" als silica- en carbonaatverbindingen, organische materialen of microbiologische stoffen, die na uitdroging een zekere kitting of cementatie veroorzaken. Toevoeging van een geringe hoeveelheid bentoniet brengt in vochtig zand een kleine toename van de druksterkte teweeg; na uitdroging van het materiaal blijkt de druksterkte echter spectaculair hoog. "Niet-verontreinigd", zogenoemd "schoon" zand vertoont in vochtige toestand wel een zekere cilinder-druksterkte, maar gedraagt zich in gedroogde toestand als "los zand".


Lubking, P. (2018): Prikken in klei #2: de CBR-stempel. Geotechniek 2018, nr. 4, p34.


Verbeek, F. (2018): De groene paal. Geotechniek 2018, nr. 4, p44.

De Groene Paal is een gewone funderingspaal die primair in draagkracht voorziet. Secundair is de funderingspaal de warmtewisselaar die energie uit de bodem onttrekt. Alle gangbare type funderingspalen zijn geschikt voor ons systeem.

Het zorgt op duurzame wijze voor tapwater, verwarming en koeling middels een de aansluiting op een wamtepomp.

Het ontwerp van de hele installatie is belangrijk om tot een gebalanceerd systeem te komen. De investering in het systeem is over het algemeen hoger dan bij een conventionele gas gestookte ketel. Wel zijn er overheidssubsidies van kracht. De Groene Paal verlaagt de CO2 uitstoot en de energierekening!


Wehrmann, B., Panagoulias, S. (2018): 26th European Young Geotechnical Conference (EYGEC) Graz, Oostenrijk. Geotechniek 2018, nr. 4, p32.