Jaargang 24, 2020 - nummer 3 Special Project Rijnland Route

Home > PDF - Archief > Jaargang 24, 2020 - nummer 3 Special Project Rijnland Route
Terug naar overzicht

Jaargang 24, 2020 - nummer 3 Special Project Rijnland Route


Artikelen

Munsterman, W.P., Kalle, N., Lietaert, B. (2020): Tunnellogistiek op en naast een paalmatras in de polder. Geotechniek 2020, nr. 3, p. 36.

Voor het realiseren van boortunnels is Tunnellogistiek van groot belang. Uitdagend was de aanleg van een Tunnellogistiek terrein in een polder met zeer slappe bodemopbouw. Het terrein bestaat uit vele constructies met hieraan gestelde eisen. Integrale samenwerking binnen de disciplines - tunnel, kunstwerken, realisatie en GWW - is belangrijk gebleken en heeft geleid tot een goed functionerend Tunnellogistiek terrein. Er is voor gezorgd dat alles volgens uitvoeringsplanning gereed was en de risico’s en raakvlakken zijn goed beheerst.
Op dit moment functioneert het paalmatras deels nog als fundering van een Slurry Treatment Plant. Begin 2022 worden de aardebanen gerealiseerd, zodat uiteindelijk het verkeer erover kan rijden.


Peerdeman, B., Mortier, H., Brugman, M.H.A. (2020): De Rijnlandroute onderweg. Geotechniek 2020, nr. 3, p. 35.

De RijnlandRoute is de nieuwe wegverbinding tussen Katwijk, via de A44, naar de A4 bij Leiden. Met deze nieuwe route wordt gebouwd aan de economische versterking van de regio waarbij de bereikbaarheid en leefbaarheid van het gebied wordt verbeterd. De huidige verkeersknelpunten worden opgelost en een goede doorstroming in de regio Holland Rijnland gegarandeerd. Twee van de drie deelprojecten van de RijnlandRoute zijn inmiddels in uitvoering. Het project N434/A44/A4, waarvan de geboorde tunnel deel uitmaakt, wordt uitgevoerd door aannemerscombinatie Comol5, het project N206 Tjalmaweg door Boskalis. Het derde project van de Rijnlandroute, de N206 Europaweg, is nog in voorbereiding. De verwachting is dat de RijnlandRoute eind 2022 gereed is.


Peerdeman, B., Lamers, L. (2020): Bemaling zorgt voor droge bouwkuipen bij de verdiepte ligging N434. Geotechniek 2020, nr. 3, p. 45.

Voor de realisatie van de 2,0km lange verdiepte ligging en de toeritten van de N434 wordt grotendeels gebruik gemaakt van een bemaling voor het verkrijgen van een droge bouwkuip. De bemaling bestaat uit een freatische bemaling en een spanningsbemaling, zodat er geen opbarsten optreedt. Met behulp van een proefbemaling is een gebalanceerd ontwerp gemaakt, waarbij met relatief ondiepe filters in het pleistocene pakket en een damwand voor maximale barrierewerking een minimaal rondpompeffect optreedt, ondanks de korte afstand tot aan de retourbronnen. De bemaling is zodanig ontworpen dat er geen negatieve impact op de omgeving merkbaar is.


Peerdeman, B., Hoogen, M. van den, Goede, T. de, Es, J. van (2020): Schoorpalen en gewapend onderwaterbeton rondom diepgelegen waterleiding & een complexe folieconstructie. Geotechniek 2020, nr. 3, p. 48.

De verdiepte ligging N434 omvat ondermeer een Aquaduct en een Ecopassage onder rijksweg A44. Ter plaatse van het Aquaduct is een waterkelder geprojecteerd. Onder de waterkelder door ligt een ondergrondse hogedrukwaterleiding welke is aangebracht met een gestuurde boring. Door middel van schoorpalen en een gedeeltelijk gewapende onderwaterbetonvloer is het toch mogelijk geweest om een droge bouwkuip te realiseren. Een andere bijzonder ontwerp betreffen de 2 folieconstructies voor de Ecopassage. De folieconstructies zijn middels (spannings)bemaling in den droge aangelegd, en omvatten een complexe geometrie met steile taluds, een klemconstructie aan de betonwanden van de verdiepte ligging waarbij ook de mootvoegen worden gepasseerd en doorvoeren voor ondermeer een droge blusleiding.


Rurup, M., Hedayet, M. (2020): Geonius verantwoordelijk voor GWW-ontwerp Rijnlandroute. Geotechniek 2020, nr. 3, p. 52.

Geonius heeft gezorgd voor het ontwerp van de wegen, het grondwerk, de verkeersfaseringen en het watersysteem van de RijnlandRoute. Met een team van zo’n 20 wegontwerpers, wateradviseurs, BIM-modelleurs en tekenaars werkten we aan een optimaal ontwerp dat goed maakbaar is voor de bouwers.


Water, B. van de, Brugman, M.H.A., Safari, B., Schubert, T. (2020): Ervaringen 1e boorgang tunnel Rijnlandroute. Geotechniek 2020, nr. 3, p. 42.

Eén van de uitdagingen van het te boren tracé voor de tunnel van de RijnlandRoute was de passage van het Rijn-Schiekanaal. Door de geringe gronddekking boven de tunnelboormachine onder het kanaal moesten de grenzen van de regeldrukken voor het stabiel houden van het boorfront op een verantwoorde manier opgezocht worden. Met een vernuftige ontwerpbenadering, een uitgekiende monitoringsstrategie en een zeer gecontroleerd en beheerst boorproces kon het Rijn-Schiekanaal zonder enige hinder voor de scheepvaart gepasseerd worden. Na de succesvolle passage kende de eerste boorgang van de RijnlandRoute interessante ervaringen aangaande trillingshinder en een geologische uitzondering met het aantreffen van zeer grof grind en keien.