Terug naar overzicht

Jaargang 19, 2015 - nummer 3


Artikelen

Bekken, L., Valk, M. van der, Nelemans, P. (2015): Diepwanden droogdok Alblasserdam: Multifunctioneel gebruik leidt tot een complexe interactie met de fundering. Geotechniek 2015, nr. 3, p28.

Door Cordeel Nederland BV is in 2013 en 2014 een droogdok in Alblasserdam gebouwd dat bestemd is voor de bouw van superjachten met een maximale lengte van 145 m. Direct naast het diepe dok komt een 33 m hoog gebouw met geïntegreerde kantoor- en workshopruimten, waarbij rekening moest worden gehouden met zeer hoge vloerbelastingen. Fugro was vanaf de tenderfase tot en met de uitvoering van de bouwput bij dit project betrokken als onderdeel van het bouwteam en onder andere verantwoordelijk voor het ontwerp van de fundering, diepwanden en ontwatering. Daarnaast is Fugro actief geweest tijdens de uitvoering met onder andere controle en monitoringswerkzaamheden. Dit project is niet alleen bijzonder vanwege zijn afmetingen, maar ook het ontwerp kende vele uitdagingen, zoals de toepassing en multifunctioneel gebruik van diepwanden, de interactie tussen afzonderlijke funderingselementen en de toekomstige ambities van de klant. Door uitgebreide Plaxis berekeningen is goed inzicht verkregen in de vervormingen en bijbehorende krachtenspel van de diverse funderingsonderdelen


Dee, R.C. van, Dalen, J.H. van (2015): Ronde parkeergarage in diepwanden: Houtwal. Geotechniek 2015, nr. 3, p38.

Ronde bouwkuipen uitgevoerd in diepwanden kunnen, vanwege de ringwerking, ongestempeld uitgevoerd worden. Afhankelijk van de verhouding tussen de stijfheid van de diepwand en de stijfheid van de passieve grond speelt ook het damwandeffect een rol. Aan de hand van metingen bij een uitgevoerd project wordt gedemonstreerd hoe dit met een ligger-verenmodel goed te berekenen is.

Tevens wordt geconcludeerd dat de vervormingen erg klein zijn, met alle voordelen van dien voor achterliggende bebouwing. Wel moet rekening te worden gehouden met ongunstige gevolgen voor de onderwaterbetonvloer, zoals een geringere normaalkracht dan in het geval van een rechte bouwkuip en risico’s op lekkage.


Eekelen, S. van , Kwast, E., Duijnen, P. van, Voskamp, W., Nods, M. (2015): Spelen met geokunststof 4. Geotechniek 2015, nr. 3, p50.

Rijkswaterstaat zet belangrijke stappen met de EMVI (Economisch Meest Voordelige Inschrijving). Het vertaalt, onder andere, de milieuprestatie van bouwprojecten in een economische prestatie. Hierin scoren geokunststof oplossingen goed. Om de kennis over de duurzaamheid van geokunststof constructies te delen, organiseerde de Nederlandse Geotextielorganisatie op 14 april haar vierde creatieve sessie. Veertig creatievelingen zijn op zoek gegaan naar bestaande en nieuwe toepassingen van geokunststoffen in wegen, dijken en grondkerende constructies. Deze creatievelingen werden ingedeeld in zes gemengde teams met deelnemers van de opdrachtgevers, aannemers, ingenieursbureaus en kennisinstituten.


Jong, K. de, Kaspers, E., Hartmann, D., Stoel, A. van der (2015): Praktische overwegingen bij de NPR9998. Geotechniek 2015, nr. 3, p16.

Toepassing van de NPR9998 heeft praktische consequenties die pas duidelijk worden wanneer deze op grote schaal wordt toegepast. Twee daarvan zijn worden in dit artikel nader behandeld.

De noodzaak tot seismisch sonderen blijkt door het gebruik van correlaties te kunnen worden beperkt, met de aanbeveling SCPT’s te verzamelen in een centrale database om zo gericht onderzoek naar de grondsoort afhankelijke Vs te verrichten.

Omdat de NPR9998 tot ingrijpende maatregelen, zowel constructief in de vorm van funderingsherstel als voor de bewoners in de vorm van langdurige uithuisplaatsing tijdens de werkzaamheden, leidt, wordt de alternatieve methode Robertson voorgesteld voor de beoordeling van het liquefactie-risico. Deze minder conservatieve benadering onderkent het risico op cyclic softening en sluit beter aan op de grondslag in Groningen, het gebruik van CPT’s en het karakter van de geïnduceerde aardbevingen. Aanvullende proeven dienen bovendien het inzicht in de verschillen tussen tektonische en geïnduceerde aardbevingen te vergoten.


Pytlik, R., Baars, S. van (2015): Traxiaalproeven op Limburgse mergel leveren verassende resultaten. Geotechniek 2015, nr. 3, p10.

De civiele werken van de A2-tunnel in Maastricht zijn onlangs voltooid. Tijdens de bouw werd de Limburgse mergel in de bouwput als een stijve, stevige grondlaag beoordeeld, terwijl het na het verwijderen als een cohesieloos zand werd aangezien. Om het sterktegedrag van deze mergel beter te begrijpen is door de Universiteit van Luxemburg aanvullend onderzoek gedaan. Uit triaxiaalproeven blijkt verrassenderwijze dat de sterkteparameters van verkruimelde mergel weinig afwijken van intacte mergel. De toplaag van de mergel een zeer kleine cohesie en een grote hoek van inwendige wrijving. Alhoewel hierdoor de mergel onder druk zeer sterk is, is de mergel vrijwel niet in staat om trek op te nemen.